De Hyacinthoides non-scripta heeft verschillende Nederlandse namen zoals wilde hyacint, hazenklokje, bluebell en boshyacint.
Het fijne blauw met een beetje violet van de bloemen als een ijle waas onder de bomen biedt een fantastisch beeld. In Engeland groeit en bloeit de soort massaal in oude bossen. De bloemetjes van deze Bluebell hangen aan één kant van de bloemstengel. Een wilde hyacint die we aanduiden met de naam Spaanse hyacint, Hyacinthoides hispanica, lijkt hier veel op. In tegenstelling tot de ‘Bluebell’ geurt deze niet en het blad is veel breder.
Sinds eind 16e eeuw is de wilde hyacint in Nederland al in cultuur, maar ook andere -erop lijkende- soorten zijn aangeplant met forsere bloemen en blad en in kleuren roze, wit en lichtblauw. Op dit moment zijn het eigenlijk de kruisingen tussen deze soorten die het beeld bepalen. Hoe fijner het groene loof en hoe kleiner en slanker en donkerder blauw de klokjes, hoe dichter je bij de wilde soort komt.
Helaas verspreiden de mieren de zaden niet. De dikke zwarte glimmende zaden vallen vlakbij de plant uit hun openspringende zaaddozen neer. De verspreiding gaat dus niet zo snel. Het hele fijne ‘groene gras’ vlak bij de planten kunnen dus de zaailingen zijn.