Het sneeuwklokje is en wordt vanouds op heel veel plekken aangeplant
Rond het nieuwe jaar komen de grijsgroene blaadjes van het sneeuwklokje al boven de grond en kondigen het naderende voorjaar aan. Eerst stijf gesloten tegen elkaar aan met daartussen ingeklemd, de nog gesloten witte bloemetjes. Het sneeuwklokje is en wordt vanouds op heel veel plekken aangeplant en weet zich vooral te vermeerderen door de vorming van jonge bolletjes. Als de pollen erg dicht worden, komen de bolletjes zelfs boven op de grond te liggen en kunnen zo ook verspreid worden over het terrein. Op sommige plekken zaait het sneeuwklokje zich mooi uit, te herkennen aan allemaal verspreid staande plantjes (zaailingen).


Er bestaan honderden soorten en cultivars van het sneeuwklokje.
De zaden worden verspreid door de mieren. In de historische stinzentuinen en -parken is er soms ook een cultivar met gevulde bloemen te zien, dit is de Galanthus nivalis `Flore Pleno´. Deze cultivar kan zich alleen via nieuwe bolletjes vermeerderen. Deze gevulde sneeuwklokjes lijken net kleine roosjes die vanaf een afstand doen denken aan wijduitstaande rokjes.