Wat bij de Gevlekte aronskelk meestal vaak direct opvalt is het vele blad.
De bladen zijn vaak effen groen maar soms zijn er exemplaren met mooie donkere vlekken als bloeddruppels op het blad. In het vroege voorjaar wordt het blad zichtbaar en vormen ze compacte groepen. De bloemen, half verscholen onder het blad, zijn nauwelijks vindbaar. Het is meer blad dan bloem.
Als de vrouwelijke bloemen rijp zijn voor bestuiving geeft de gevlekte aronskelk een sterke, rottende geur af. Vliegjes komen op de plant af en glijden via het blad in de kolf. De haren boven de bloemen houden de vliegjes gevangen. De vrouwelijke bloemen geven een kleverige vloeistof af. Na een dag komen de mannelijke bloemen tot rijping. Hun stuifmeel komt op de plakkerige insecten. De stijve haren verslappen, waardoor de vliegen, beladen met stuifmeel, kunnen ontsnappen.


Tijdens de bloei begint het blad langzaamaan af te sterven.
Als er van alle pollen met blad niets meer te vinden is, blijven gedurende de zomer slechts de aren staan. Eerst met groene bessen die langzaam verkleuren naar rood in de herfst. In de grond bevindt zich een knolvormige wortelstok. De soort wordt 15-45 centimeter hoog