De bostulp wordt ook wel aangeduid als de koningin van de stinzenplanten.
Uit onderzoek van Anastasia Stefanaki blijkt dat de bostulp op de historische locaties in Nederland afkomstig is uit de buurt van Montpellier (Frankrijk) of de omgeving van Bologna (Italië).
De slanke, knikkende sierlijke licht rood aangelopen bloemknoppen openen zich pas goed in de zon. Als gele sterren stralen ze en er zijn klonen die dan zelfs geuren. ‘s Avonds, bij bewolkt weer of als het regent, sluiten de bloemen en hangen ze sierlijk. Als de bol van de bostulp 3 blaadjes heeft, kan deze bloeien. In de nabijheid van bloeiende bostulpen zijn soms hele velden met blaadjes van de bostulp (zaailingen en uitlopers) die soms al voor de bloeiperiode beginnen met afsterven.
Het is een kritische soort en de soortaanduiding sylvestris veronderstelt een voorkeur voor schaduwrijke groeiplekken. Niets is minder waar, want zon, vocht en voedselrijkdom zorgen voor bloeiende bostulpen. De bostulp wordt in Frankrijk, ‘Tulipe de vigne’ wijngaardtulp, genoemd. De grond tussen de druivenranken op de hellingen wordt losgemaakt en dat is gunstig voor de bostulp. Vermeerderen gaat vooral via ondergrondse uitlopers waaraan het einde nieuwe bolletjes worden gevormd. Maar ook het zaad verzamelen na de Helaas zijn er veel plekken met duizenden blaadjes en een paar procent bloei. Om jaarlijks bloeiende bostulpen te krijgen is het opbrengen van voedselrijk materiaal – compost, bokashi en/of baggeraarde – van groot belang.